Piercingbultjes: Wat zijn ze en hoe kun je ze voorkomen of verhelpen?
Een veelvoorkomend probleem bij piercings, vooral in kraakbeen, zijn kleine bultjes die rond het piercingsgaatje ontstaan. Deze bultjes kunnen vervelend zijn, maar zijn meestal niet gevaarlijk. Hier lees je wat piercingbultjes zijn, waarom ze ontstaan en hoe je ze kunt voorkomen en behandelen.
Wat zijn piercingbultjes?
Piercingbultjes zijn kleine, verheven plekjes rondom een piercing. Ze kunnen rood of huidskleurig zijn en ontstaan door irritatie, vochtophoping of druk. Meestal zijn ze onschuldig en tijdelijk. Veelvoorkomende soorten bultjes zijn:
- Irritatiebultjes: Door fysieke irritatie, zoals wrijving van sieraden of druk, ontstaat een zwelling.
- Vochtbultjes: Dit zijn ophopingen van lymfevocht, een normaal bijproduct van het genezingsproces.
- Hypertrofisch littekenweefsel: Dikker littekenweefsel dat ontstaat door overmatige reactie van het lichaam op de piercing.
Oorzaken van piercingbultjes
Piercingbultjes ontstaan meestal door een combinatie van factoren, zoals:
- Scheef geplaatste piercing: Dit kan extra spanning of druk op het weefsel veroorzaken.
- Onjuiste sieraden: Goedkope of te strakke sieraden kunnen irritatie en ontsteking veroorzaken.
- Vocht: Een vochtige omgeving, bijvoorbeeld natte haren na het douchen of zweten, kan irritatie veroorzaken en de genezing vertragen.
- Te veel beweging: Als je bijvoorbeeld slaapt op de piercing, kan dit voor druk en wrijving zorgen.
- Onvoldoende nazorg: Gebrekkige hygiëne of juist overmatig schoonmaken kan het weefsel irriteren.
Hoe voorkom je piercingbultjes?
Voorkomen is altijd beter dan genezen. Hier zijn een aantal belangrijke tips om piercingbultjes te vermijden:
- Houd je piercing droog:
- Zorg dat je je piercing na het douchen goed droog dept met een schone tissue, keukenrol of gaasje.
- Vermijd slapen met natte haren, want het vocht kan de genezing verstoren en bacteriën verspreiden.
- Gebruik het juiste sieraad:
Kies voor sieraden van hoogwaardige materialen, zoals titanium of goud. Zorg ervoor dat het sieraad niet te strak zit en vraag je piercer om advies. - Raak de piercing zo min mogelijk aan:
Beperk contact met je handen en voorkom dat je kleding, haar of oordopjes tegen de piercing schuurt. - Reinig met een zoutoplossing:
Spoel de piercing 1-2 keer per dag schoon met een fysiologische zoutoplossing van Neilmed. Gebruik geen agressieve middelen zoals alcohol of waterstofperoxide. - Let op je houding:
Probeer te slapen op een manier waarbij je geen druk uitoefent op de piercing. Een reiskussen of piercingkussen kan hierbij helpen.
Hoe behandel je een piercingbultje?
Als je toch een bultje krijgt, kun je het volgende doen om het te verhelpen:
- Blijf reinigen met een zoutoplossing:
Maak de piercing dagelijks schoon met de zoutoplossing van Neilmed, laat dit een aantal minuten inwerken, maar droog het na 5 minuten na! - Houd de piercing droog:
Zorg dat je na het douchen of sporten het gebied volledig droog dept. Een vochtige omgeving kan het bultje verergeren. - Raadpleeg een piercer:
Als het bultje niet weggaat of erger wordt, vraag dan om advies. Je piercer kan bijvoorbeeld het sieraad vervangen of controleren of de piercing correct is gezet.
Wat je niet moet doen
- Knijp of prik niet in het bultje: Dit kan het probleem verergeren en infecties veroorzaken.
- Stop niet met de nazorg: Ook als de piercing er beter uitziet, blijf consistent schoonmaken tot de genezing volledig is voltooid.
- Vermijd agressieve producten: Gebruik geen alcohol, waterstofperoxide of betadine. Deze kunnen het genezingsproces verstoren door het weefsel te irriteren. Pas ook op met zilvershampoo.
Wat is een keloïd, en waarom is het geen gewone piercingbult?
Een keloïd wordt vaak verward met een piercingbultje, maar het is een heel ander soort huidreactie. Het goede nieuws? Keloïden komen niet vaak voor en zijn meestal het gevolg van een erfelijke aanleg. Hier lees je wat een keloïd precies is, hoe het verschilt van een piercingbultje, en wat je moet doen als je vermoedt dat je een keloïd hebt.
Wat is een keloïd?
Een keloïd is een vorm van overmatige littekenvorming. Bij sommige mensen reageert het lichaam extreem sterk op huidbeschadiging, zoals een piercing, en maakt het veel te veel littekenweefsel aan. Dit zorgt voor een verdikt, verheven litteken dat groter kan worden dan de oorspronkelijke wond.
- Uiterlijk: Groot, stevig en verheven. Groeit vaak buiten de grenzen van de piercing.
- Gevoel: Kan pijnlijk, jeukend of gevoelig zijn.
- Locatie: Keloïden kunnen overal op het lichaam ontstaan waar de huid beschadigd is, zoals bij snijwonden, operaties, brandwonden of piercings.
Hoe vaak komen keloïden voor?
Keloïden zijn zeldzaam. Slechts een klein percentage van de mensen ontwikkelt ze, en ze komen vooral voor bij mensen met een genetische aanleg. Het is belangrijk om te weten dat keloïden een erfelijke aandoening zijn. Als niemand in je familie ooit een keloïd heeft gehad, is de kans klein dat je er zelf een krijgt. Mensen met een donkere huid hebben een iets hoger risico, omdat keloïden vaker voorkomen in bepaalde etnische groepen, zoals mensen van Afrikaanse, Aziatische of Latijns-Amerikaanse afkomst.
Wat is het verschil tussen een keloïd en een piercingbultje?
Eigenschap | Piercingbultje | Keloïd |
---|---|---|
Oorzaak | Irritatie, vochtophoping of druk | Overmatige littekenvorming |
Erfelijk? | Nee | Ja |
Uiterlijk | Klein, vaak rood of huidskleurig | Groot, stevig en verheven |
Locatie | Beperkt tot de piercing | Groeit vaak buiten de piercing |
Behandeling | Vaak te verhelpen met goede nazorg | Professionele medische behandeling nodig |
Verdwijnt vanzelf? | Ja, met tijd en verzorging | Nee, blijft zonder behandeling |
Kun je een keloïd voorkomen?
Als je aanleg hebt voor keloïden, kun je maatregelen nemen om ze te voorkomen:
- Weet je risico: Als keloïden in je familie voorkomen, bespreek dit met je piercer voordat je een piercing laat zetten. Overweeg alternatieve plekken voor de piercing, zoals de oorlel, waar keloïden minder vaak ontstaan.
- Laat de piercing correct zetten: Een professionele piercer kan irritatie en scheefstand minimaliseren, wat belangrijk is voor het voorkomen van huidproblemen.
- Vermijd onnodige huidtrauma’s: Overweeg goed of je een piercing wilt nemen als je aanleg hebt voor keloïden. Elk huidtrauma kan een risico vormen.
Wat moet je doen als je een keloïd vermoedt?
Keloïden verdwijnen niet vanzelf. Als je denkt dat je een keloïd hebt, is het belangrijk om medische hulp te zoeken. Behandelopties zijn onder andere:
- Corticosteroïdeninjecties: Deze kunnen helpen om de groei van het littekenweefsel te stoppen en de keloïd kleiner te maken.
- Siliconenpleisters of -gels: Helpen om de keloïd zachter en minder opvallend te maken.
- Chirurgische verwijdering: In ernstige gevallen kan een arts het keloïd weghalen, hoewel dit risico geeft op terugkeer.
- Lasertherapie: Kan helpen om de kleur en omvang van de keloïd te verminderen.
Raadpleeg altijd een arts of dermatoloog voor een passende behandeling.
Belangrijk om te onthouden
Keloïden zijn zeldzaam en meestal erfelijk. Ze verschillen sterk van gewone piercingbultjes, die veel vaker voorkomen en meestal tijdelijk zijn. Als je geen familiegeschiedenis hebt van keloïden, is de kans klein dat je er een krijgt. Twijfel je of je een keloïd hebt? Laat het dan altijd controleren door een specialist. Zo weet je zeker dat je de juiste behandeling krijgt.